vrijdag 24 februari 2023

Carnavalsdinsdag

 Afgelopen dinsdag het carnavalsdinsdag. Nog één laatste dagje, indien de stem het toelaat. En als de stem het niet toe laat, dan ligt ie waarschijnlijk ergens in de kroeg en dat is altijd een goed excuus om eventjes te gaan zoeken. Moeite om bier weg te krijgen, dus beginnen met cola. Om er na twee cola achter te komen dat dat ook helemaal nergens naar smaakt, dus wordt de greep gedaan naar de malibu of bacardi, want dat smaakt uiteindelijk toch beter. Om vervolgens weer kachelvet in de laatste trein van Den Bosch naar Zaltbommel te belanden, waar de jeugd ‘Ik moet zuipen’ afwisselt met ‘Ons moeder zei nog…’ afwisselt.

 

Wakker worden op carnavalsdinsdag is nooit een heel erg fijne gewaarwording. Geen wonder, want op vrijdag gaat de gaskraan behoorlijk open en gestaag wordt het dan maandag. Maar altijd dat appje. Van Ralph. “Maat, ik ben om 12:57 uur bij je, we gaan nog één keer nooit meer naar huis.”

Als je je dan uit bed gesleept hebt en met gepaste tegenzin een uitsmijter als bodem naar binnen hebt kunnen werken, is het tijd om te douchen. Eigenlijk zijn we dan best wel fit. Als de taxi er om 12:57 uur stipt is, pakken we nog één keer de trein naar Oeteldonk, per slot van rekening verandert Oeteldonk morgen weer in Den Bosch.

 

Eigenlijk is carnavalsdinsdag een dag van zelf bedachte tradities: Malibu, de Korte Put en Reinders. Er mag uitgeweken worden, maar die drie elementen moeten worden afgevinkt. Over traditie gesproken: Op carnavalsdinsdag wordt Knillis, Oeteldonk symbool nummer 1, onder de belangstelling van een volle Bossche Markt begraven. Om 12 uur ’s nachts, het teken dat carnaval er voor dat jaar op zit.

 

Bij de begrafenis van Knillis zit ik tot m’n nek toe vol, letterlijk. Ik kan niet meer,  aanmoedigingen zijn tevergeefs.

 

Op een carnavalsdinsdag, ik weet niet welk jaar, ben ik met m’n bonusbroer – en zus op pad. Zoals gebruikelijk. Afsluiten met de hele club, tot we niet meer kunnen. Dat punt bereikt Ralph nooit. Echt gebeurd: Om kwart voor 12 ’s avonds kiepert Ralph nog lachend een sixpack bier naar binnen. Het is alsof het zijn eerste biertjes zijn van die carnaval. Met open mond sta ik te kijken. Als de drie minuten verstreken zijn die hij over het sixpackje doet, zegt ie: “Kees. Wij gaan nooit meer naar huis.” De Keilenbak in optima forma. 

 

Ik dacht op dat moment al aan 24 uur slaap, een vitaminebooster, een woensdag zonder stem en blij dat ik de rest van de week vakantie heb. Ik moet er niet meer aan denken om Malibu, cola, Malibu-cola of alles wat er op lijkt te moeten drinken. Echt niet. Maar Ralph dus wel. Ongekend. 

 

Na de begrafenis van Knillis propten we ons met veel te veel mensen in een veel te kleine Suzuki Wagon en werden we naar huis gebracht. Een rit om nooit meer te vergeten. Carnaval met de bonusbroer en – zus zijn voor in de boeken, om nooit meer te vergeten. 

 

Het was overigens dezelfde carnaval als die ene carnaval dat we met z’n drieën opgehaald werden op het station in Zaltbommel. Esje, Ralph en ik, nog zatter dan dat we gelukkig waren en onmenselijk veel lol. Mijn vader zou ons oppikken op het station. Bij het instappen van mijn vaders auto noemde Ralph m’n vader met zijn drankschorre stem “Godverdomme d’n  diksten Marokkaan die hij ooit had gezien.” Alle vier zeken we in ons broek van het lachen.

 

Inmiddels woon ik in Den Bosch en hoef ik niet meer met de trein van en naar Oeteldonk. Het is jammer genoeg niet het enige wat er veranderd is.

 

De ongekroonde Koning van Oeteldonk. 

De ongekroonde Koning van het toevoegen van leven aan de dagen.

De gekroonde Koning van het zijn van een vader en een liefde van Esje d’r leven.

De vriend waar iedereen gelukkig mee was. 

De deur liepen we bij elkaar niet plat, maar met carnaval waren we jarenlang onafscheidelijk, inclusief voorgloeien via de app en op het voetbalveld. Onze appjes zal ik me liefde en plezier bewaren.

 

De afgelopen carnavalsdinsdag was de eerste carnavalsdinsdag dat Ralph er niet meer bij was. Kutziekte. Hij wordt vreselijk gemist.

 

Ooit

Zijn wij allen samen